Spruitjes of spruitkool, zoals de kleine kooltjes ook wel genoemd wordt, werd voor het eerst geteeld in 1821 in de buurt van Brussel. Vandaar dat de Engelsen de groente 'Brussel Sprouts' noemen.
Het geheim van een lekker spruitjesgerecht zit hem in het kort koken en daarna even kort wokken/bakken. Kook je spruitjes te lang (dit geldt voor elke koolsoort trouwens) dan komt er een zwavellucht vanaf, de typische 'spruitjeslucht' en daar gaat je eetlust inderdaad wel van over.
Voor dit lekkere spuitjesgerecht snijd je de uiteinden van de spuitjes en kerft de spuiten kruislings in (zodat ze sneller gaar koken). Kook ze vervolgens in circa 15 minuten beetgaar.
Snijd een uitje fijn en bak deze in een wok samen met spekreepjes of -blokjes even aan. Voeg vervolgens een flinke eetlepel Provençaalse kruiden toe en wok de spruitjes verder gaar.
Lekker met gekookte aardappels met eigengemaakte jus of als traditioneel Kerst bijgerecht.
